De opleiding tekenkunst kan opgesplitst worden in enerzijds het waarnemingstekenen waarbij men zich beperkt tot het weergeven van de zichtbare werkelijkheid, en anderzijds verbeeldingstekenen, het tekenen van wat men aanvoelt.

Tekenen is leren kijken. Je leert waarnemen (bewust zien) en die waarneming interpreteren. Je werkt naar levend model, stilleven, interieur, landschap, portret, enz. 

In het atelier tekenkunst worden verschillende materialen gehanteerd, zoals houtskool, potlood, krijt, inkt, bister, verf, collage, enz. op verschillende soorten tekenpapier.

Door middel van diverse opdrachten; contourtekenen, blindtekenen, meten, perspectieftekenen, … leer je verhoudingen zien. Je onderzoekt de bladschikking, de compositie, vormgeving, toonweergave, contrast- en kleurwerking, expressie, enz. 

In de eerste fase ligt het accent op het verwerven van kennis en inzicht (verhoudingen, constructie, compositie, technieken). Dit gebeurt door een onafgebroken opeenvolging van korte en lange oefeningen, schetsen en doorgewerkte tekeningen. 

In het 4de en 5de jaar werk je persoonlijker, expressiever en creatiever om zo een eigen beeldtaal en schriftuur te ontwikkelen en te komen tot sprekende artistieke werken. 

Tekenkunst